Ook hier is er nog geen sprake van echte volleybal. Kinderen ontdekken vaardigheden die nodig zijn om specifieke volleybalvaardigheden te ontwikkelen.
Voor dit niveau hebben we de spelvormen 1/1 en 2/2. Deze worden in tornooivorm aangeboden.
7 à 8 jaar
Er wordt op korte tijd veel gevraagd van de kinderen. Het is nog moeilijk om lang de aandacht erbij te houden. Ze ontdekken dat de wereld groter is dan hen alleen. Ze gaan op zoek naar anderen. Dit loopt nog niet altijd zoals het moet. Ze zien zichzelf nog als centrale persoon
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Lage spanningsboog | Veel variatie in activiteiten |
Veel energie | Nadruk op spelen |
Leergierig | Veel demonstraties met uitleg erbij |
De wereld wordt groter | Individueel maar ook veel samen |
Spelvormen 2 tegen 2 met 3 balcontacten, waarbij het eerste contact mag gebeuren met vangen en gooien, het tweede en derde contact ruwe volleybaltechnieken zijn.
Hier worden ruwe volleybaltechnieken aangebracht in spelvormen. Veel variatie met verschillend materiaal. Veel gooien en vangen in verschillende hoeken en zo overgaan naar ruwe volleybaltechnieken. Elke training bevat 30 à 40 minuten algemene motorische vaardigheden.
Zie niveau 0: deze vaardigheden blijven belangrijk en moeten blijven
getraind worden.
Kracht : ontwikkelen van basis door:
Snelheid : ontwikkelen in spelvormen:
Belangrijk: Alles wordt billateraal (zowel links als rechts) getraind.
Verplaatsingstechnieken. Kruispassen worden zowel voor-, achter- als zijwaarts aangeleerd.
Veel balvaardigheid met het accent op vangen en werpen. Balcontrole met vluchtige aanraking van de bal.
BALBAANINSCHATTING!!! (hoog<>laag, Kort<>ver, snel<>traag)
Receptie: onderhands en bovenhands vangen
Set up: vangen en gooien, inlopen naar de bal, stabiel onder de bal komen, positie van de bal boven het hoofd.
Aanval: ruwe slagbeweging, werpen met kleine ballen
Blok: diverse verplaatsingen
Verdediging: diverse vormen van rollen
Observatie: als ….->dan
Diverse spelvormen die variëren van 1-1 naar 2-2 met tactische opdrachten.
Kinderen roepen “ik” bij het vangen van de bal voor de bal het net overschrijdt.
Kinderen roepen de actie “hier (pas) – 4 (plaats aanval)” voor bal bij medespeler vertrekt.
Er is hier nog geen sprake van echt volleybal. Er worden vaardigheden
ontwikkeld die de basis vormen voor lichaamsbesef in tijd en ruimte.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Grote bewegingsdrang | Nadruk op spelend sporten |
Leergierig | Veel variatie in activiteiten |
Nieuwsgierig | Enkel demonstreren en niet te veel verbale instructies |
Creatief en fantasierijk | Afgaan op eigen oplossingen. Geen technishce uitleg geven. |
Kinderen moeten zich bewust zijn van eigen lichaam in tijd en ruimte.
Werpen en vangen in verschillende vormen en met verschillend materiaal.
Er wordt GEEN techniek geleerd. De kinderen worden vertrouwd gemaakt
met bewegingen die ze later kunnen gebruiken in de volleybal. De
trainingen mogen geen specifiek fysiek gedeelte bevatten. De oefeningen
worden in spelvorm aangeboden. Er is veel variatie en er worden veel
verschillende materialen gebruikt.
Kinderen worden bewust van
Hier wordt de basis gelegd voor de algemene motorische vaardigheden.
Hierbij komt de hele bewegingsfamilie aan bod.:
Hou rekening met :
Snelheid en reactievermogen verbeteren.
Psychomotoriek: de bewegingen moeten aangepast zijn aan de omstandigheden en niveau kinderen.
Kinderen roepen “ja” als ze een bal vangen
Vanaf dit niveau bieden wij wedstrijden aan 3-3 (provinciaal, regionaal, beginners) of tornooivormen 2-2
9 à 10 jaar
De kinderen zijn heel bewegelijk, maar willen ook presteren. Dit is de ideale leeftijd voor het vastleggen van een aantal basisvaardigheden. Er is een evolutie van speelhouding naar arbeidshouding. Het concentratievermogen blijft echter beperkt. Sociaal gezien wil een kind opgenomen worden in een groep. De kinderen leren samenwerken en hierdoor kunnen teamspelen naar voor gebracht worden. Bij spelvormen wil het kind zich aanpassen aan de spelregels.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Gerichter bewegen | Aandacht voor techniek en tactiek |
Toename zelfstandigheid | Wedstrijdvormen maar ook spelen |
Begint eigen visie te krijgen | Meer uitleggen hoe en waarom |
Gaat zich vergelijken met anderen | Nadruk op samenwerking en samenspel |
Wedstrijd 3 tegen 3 met 3 volleybalcontacten.
Vanaf dit niveau worden basistechnieken volleybal aangeleerd. Er wordt nog geen perfectie van de bewegingen nagestreefd. Er is veel variatie in oefenstof. Er wordt gewerkt met veel verschillende materialen.
Er wordt 2x anderhalf uur getraind. Het accenten tijdens de trainingen liggen op véél bewegen en maximum aan balcontacten.
Er wordt nog geen onderscheidt gemaakt in A-stroom en B-stroom. Alle kinderen krijgen dezelfde basisoefeningen. De uitbreiding kan variëren.
We maken wel homogene groepen om wedstrijden te spelen. Hierdoor krijgt iedereen evenveel kansen. Groeien is prioritair aan winnen.
Wanneer we merken dat een speler de basistechnieken goed beheerst,
kan er tijdens het tweede jaar een extra beloftetraining aangeboden worden.
Zie niveau O en 1. Deze basisvaardigheden moeten onderhouden worden.
Balvaardigheid uitbreiden
Perceptie van lichaam, ruimte en tijd. Bijkomend besef van ritme en eigen lenigheid.
Coördinatieoefeningen : links en rechts symmetrisch en asymmetrisch
oefenen
Kracht : Veel in spelvormen werken. Er mag met lichte tegenkracht gewerkt worden.
Reactiesnelheid opdrijven in spelvormen
De bovenhandse techniek is in dit stadium de belangrijkste. De spelers moeten zich meer en sneller verplaatsen en beter observeren.
Onderhands wordt toegelaten bij harde, snelle opslagen en goed geplaatste ballen. Alles MOET billateraal getraind worden. Bij eenhandige technieken (aanval, opslag) wordt de voorkeurshand gebruikt.
Elke volleybaltechniek wordt aangeboden met een verplaatsing
(verplaatsing-stop-balcontact), dit in verschillende varianten in tijd en ruimte.
Zie techniekkaarten voor specifieke techniek
Elke actie wordt vanaf nu verbaal ondersteund. Zie de afspraken op technische fiches. Voor-tijdens-na is zeer belangrijk.
Op dit niveau bieden wij wedstrijden aan 4-4 (provinciaal, regionaal,
beginners). Indien mogelijk bieden wij ook tornooivormen aan tijdens vakanties op Vlaams niveau in de champions league.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Grotere aandachtsboog | Opbouwende oefeningen |
Toename zelfstandigheid | Zelfstandig inoefenen kan |
Eigen visie neemt toe | Zelfkritiek opbouwen |
Gaat zich vergelijken met anderen | Nadruk op samenwerking en samenspel |
Wedstrijd 4-4 met 3 perfect uitgevoerde volleybalcontacten, waarvan het derde contact een slagtechniek is.
Hier vinden we de overgang van algemene opleiding naar specifieke
volleybalopleiding door specifieke bewegingsvaardigheden en doelgerichte techniek/tactiek trainingen.
Er wordt 2x 2 uur getraind. Het accenten tijdens de trainingen liggen op techniek met een maximum aan balcontacten.
Er wordt stilaan onderscheidt gemaakt in A-stroom en B-stroom. Alle kinderen krijgen wel dezelfde basisoefeningen, maar de uitbreiding is zeer uiteenlopend. We maken homogene groepen. Hierdoor krijgt iedereen evenveel speelkansen. Groeien is prioritair aan winnen.
Wanneer we merken dat een speler de basistechnieken goed beheerst,
kan er een extra beloftetraining aangeboden worden.
Alle basisvaardigheden moeten onderhouden blijven in vb de opwarming,
maar dan specifieker naar volleybal gericht.
Meer specifieke vaardigheden gekoppeld aan een goede uitvoering
(perfectie mag nagestreefd worden)
Meer aandacht voor SAMEN spelen
Op fysiek vlak :
Ritmebesef aanleren (snelheid <>stoppen<>vertragen)
Lenigheidsoefeningen (stretching van sterke spieren)
Aandacht voor buik- en rugspieren (gekoppeld aan bewustwording van bekkenpositie)
Hier leren we de zes basistechnieken specifiek aan: opslag, receptie, set-up, aanval, blok, verdediging. Hier worden alle ruwe bewegingen tot in detail opgesplitst om de juiste techniek te automatiseren. Wat in deze fase verkeerd aangeleerd wordt zal immers moeilijk nog te veranderen zijn. In deze fase streven we naar perfectie. Elke detail moet apart en adequaat verbeterd worden.
Zie techniekkaarten voor specifieke techniek.
Elke actie wordt vanaf nu verbaal ondersteund. Vanaf nu verwachten we dat er ook gecommuniceerd wordt voor elkaar in functie van het team en afspraken. Zie de afspraken op technische fiches. Voor-tijdens-na blijft zeer belangrijk.
Op dit niveau bieden wij wedstrijden aan 6-6 (provinciaal, regionaal).
Indien mogelijk bieden wij ook tornooivormen aan tijdens vakanties op
Vlaams niveau in de champions league.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Meer onafhankelijk | Aanspreken op eigen verantwoordelijkheid |
Wil eigen keuzes maken | Keuzemogelijkheden aanbieden |
Sterk georiënteerd op vrienden | Niet voor, maar samen met hen bepalen |
Op zoek naar identiteit | Veel aandacht geven aan het sociale aspect van sport |
Wedstrijd 6-6 waarbij alle basistechnieken perfect uitgevoerd worden.
Samenspelen met 3 volleybalcontacten in functie van afspraken.
In dit niveau wordt er veel aandacht besteed aan de posities op het veld.
Dit is de basis voor het echte volleybalspel aangeleerd. Belangrijk is dat alle speelster op alle posities kunnen spelen.
Er wordt 2×2 uur getraind. Het accenten tijdens de trainingen liggen op posities met een maximum aan balcontacten.
Er wordt een onderscheidt gemaakt in A-stroom en B-stroom. Alle kinderen krijgen wel dezelfde basisoefeningen, maar de uitbreiding is zeer uiteenlopend. We maken homogene groepen. Hierdoor krijgt iedereen evenveel speelkansen. Groeien is prioritair aan winnen.
Wanneer we merken dat een speler de basistechnieken goed beheerst, kan er een extra beloftetraining aangeboden worden of de kans gegeven worden in een doorgroeiploeg mee te trainen.
Alle basisvaardigheden moeten onderhouden blijven, worden uitgebreid en uitgediept.
De specifieke vaardigheden worden gekoppeld aan een goede uitvoering en variaties.
Meer aandacht voor SAMEN spelen: dit wil niet zeggen dat er steeds in zestallen getraind wordt. De meeste vaardigheden en situaties die zich voor doen bij 6/6 kan je trainen in drie-/viertallen.
Op fysiek vlak:
Lenigheidsoefeningen (stretching van sterke spieren)
Het accent ligt op de versterking van houdingsspieren : buikspieren,
rugspieren en stabilisatieoefeningen
De zes basistechnieken worden uitgebreid en er worden verschillende variaties aangeleerd: opslag, receptie, set-up, aanval, blok, verdediging.
Ook in deze fase streven we naar perfectie. Elke detail moet apart en adequaat verbeterd worden.
Zie techniekkaarten voor specifieke techniek.
Elk spelonderdeel wordt voorafgegaan met communicatie. Voor elk onderdeel zijn verbale afspraken gemaakt. Zie technische fiches voor afspraken.
Vanaf dit niveau verwachten we dat kinderen elkaar bijsturen met nadruk op de positieve aanpak.
De afspraken worden vooraf getraind en toegepast tijdens de wedstrijden.
Voor tijdens na principe blijft belangrijk.
Op dit niveau bieden wij wedstrijden aan 6-6 (provinciaal, regionaal).
Indien mogelijk bieden wij ook tornooivormen aan tijdens vakanties op
Vlaams niveau in de champions league.
15 à 16 jaar
In dit niveau loopt de puberteit op zijn einde. Daarodoor hebben ze wat meer inzichten opgebouwd en is het gemakkelijker om hen op hun eigen verantwoordelijkheden te wijzen. Ze zijn in staat hun eigen mogelijkheden en beperkingen te verwoorden en in te schatten. De motoriek komt terug op het niveau van voor de puberteit. De bewegingen zijn vloeiender, economischer.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Meer onafhankelijk | Aanspreken op eigen verantwoordelijkheid |
Wil eigen keuzes maken | Keuzemogelijkheden aanbieden |
Empathischer | Zorg dragen voor elkaar, steunen en helpen |
Op zoek naar identiteit | Veel aandacht geven aan het sociale aspect van sport |
Wedstrijd 6-6 waarbij alle basistechnieken perfect uitgevoerd worden.
Samenspelen met 3 volleybalcontacten in functie van tactische afspraken.
Spelers ontwikkelen een vaste positie.
Tijdens de training blijft algemene basisvaardigheden onderhouden. Toch wordt in dit niveau veel aandacht besteed aan vaste posities op het veld.
Zo wordt de basis voor het echte volleybalspel aangeleerd.
Er wordt 2×2 uur getraind. Het accenten tijdens de trainingen liggen op posities met een maximum aan balcontacten.
Er wordt een onderscheidt gemaakt in A-stroom en B-stroom. Alle kinderen krijgen wel dezelfde basisoefeningen, maar de uitbreiding is zeer uiteenlopend. We maken homogene groepen. Hierdoor krijgt iedereen evenveel speelkansen. Groeien is prioritair aan winnen.
Wanneer we merken dat een speler de basistechnieken goed beheerst, kan er een extra beloftetraining aangeboden worden of de kans gegeven worden in een doorgroeiploeg mee te trainen.
Alle basisvaardigheden moeten onderhouden blijven, worden uitgebreid en uitgediept.
De specifieke vaardigheden worden gekoppeld aan een goede uitvoering en variaties.
Meer aandacht voor SAMEN spelen: dit wil niet zeggen dat er steeds in zestallen getraind wordt. De meeste vaardigheden en situaties die zich voor doen bij 6/6 kan je trainen in drie-/viertallen.
Op fysiek vlak:
Lenigheidsoefeningen (stretching van sterke spieren)
Krachttrainingen via eigen lichaamsgewicht, lichte gewichten of elastieken. Weinig belasting en veel herhaling.
De zes basistechnieken worden uitgebreid en er worden verschillende variaties aangeleerd: opslag, receptie, set-up, aanval, blok, verdediging.
Ook in deze fase streven we naar perfectie. Elke detail moet apart en
adequaat verbeterd worden. Spelers ontwikkelen naar een vaste positie.
Elke positie heeft aparte details waaraan gewerkt wordt.
Zie techniekkaarten voor specifieke techniek.
Elk spelonderdeel wordt voorafgegaan met communicatie. Voor elk onderdeel zijn verbale afspraken gemaakt. Zie technische fiches voor afspraken.
Vanaf dit niveau verwachten we dat kinderen elkaar bijsturen met nadruk op de positieve aanpak.
De afspraken worden vooraf getraind en toegepast tijdens de wedstrijden.
Voor tijdens na principe blijft belangrijk.
Op dit niveau bieden wij wedstrijden aan 6-6 in seniorenreeks. (divisie,
provinciaal, regionaal). Indien mogelijk bieden wij ook tornooivormen aan tijdens vakanties op Vlaams niveau in de champions league.
Kenmerk | Tips en aandachtspunten |
---|---|
Officieel volwassen | Verantwoordelijk voor eigen keuzes en beslissingen |
Bewust keuzes maken | Keuzes aanbieden binnen hun mogelijkheden |
Sterke oriëntatie op vrienden | Niet voor, maar samen met hen bepalen |
Identiteit is gevonden | Welke rol speelt sporten in hun leven? Team is daarbij heel belangrijk |
Wedstrijd 6-6 waarbij alle basistechnieken perfect uitgevoerd worden. Alle tactische aspecten moeten volledig beheerst zijn en ze moeten bijkomende tactische opdrachten van een coach kunnen uitvoeren.
Tijdens de training worden doorgedreven specialisaties gegeven van de verschillende functies. De basisvaardigheden (service, blok, verdediging,
hoge pas, aanval) moeten door iedereen beheerst zijn. Tijdens de trainingen wordt aandacht gegeven aan de individuele specialisaties, maar ook aan het teamspel.
Iedereen wordt ingedeeld in een seniorenploeg. Samen met trainers en sportief coördinator zal er bekeken worden in welke stroom iemand beland. Er wordt een onderscheidt gemaakt in A-stroom en B-stroom. Astroom richt zich op de hogere seniorenploegen en/of doorgroei ploegen.
B-stroom richt zich op de gewest ploegen. Er kan na verloop van tijd gewisseld worden van stroom in overleg met trainers en sportief coördinator. Ons doel is iedereen de kans te geven zoveel mogelijk wedstrijden te kunnen spelen
Er wordt per ploeg bekeken hoeveel trainingsuren er gegeven worden.
Er blijft een beloftetraining aangeboden worden om de doorstroom goed voor te kunnen bereiden en ondersteunen.
Alle basisvaardigheden moeten onderhouden blijven, worden uitgebreid en uitgediept. Er wordt meer aandacht besteed aan krachtig uitvoeren van vaardigheden.
De specifieke vaardigheden worden gekoppeld aan een goede uitvoering en variaties.
Er wordt getraind in functie van tegenstanders en specifieke noden per speelster.
Op fysiek vlak:
Lenigheidsoefeningen (stretching van sterke spieren) goed onderhouden om blessures te voorkomen.
Bij krachttrainingen streven naar juiste verhouding tussen algemene en specifieke oefeningen.
De snelheid is maximaal en daar moet intensief op geoefend worden.
Doordat iedereen volgroeid is kan er intensief op sprongkracht getraind worden. Reikhoogte maximaal benutten.
Snelkracht en explosiviteit verbeteren door veel herhalingen.
De zes basistechnieken worden uitgebreid en er worden verschillende variaties aangeleerd : opslag, receptie, set-up, aanval, blok, verdediging.
Ook in deze fase streven we naar perfectie. Elke detail moet apart en adequaat verbeterd worden. Elke positie heeft aparte details waaraan gewerkt wordt.
Zie techniekkaarten voor specifieke techniek.
Men speelt in elke ploeg met vaste afspraken in receptie, aanval,
verdediging.
De receptieopstelling is in functie van de receptiespelers en opslaggever.
Libero krijgt een grote verantwoordelijkheid (verdelen van zones).
Verantwoordelijkheid van setter ifv eigen receptie/verdediging, aanvallers.
Verantwoordelijkheid aanvallers ifv blok en verdediging tegenpartij.
Coach zal bijsturen tijdens wedstrijden waar nodig is. Spelers moeten zich ten allen tijden kunnen aanpassen aan tegenpartij.
Elk spelonderdeel wordt voorafgegaan met communicatie. Voor elk onderdeel zijn verbale afspraken gemaakt.
Het strategisch denken wordt verder ontwikkelt, zodat er collectieve keuzes kunnen gemaakt worden.